Situatie van het ongeval
Rond het middaguur in april 2017 vond een verkeersongeval plaats tussen een voetganger en een bus. Een buschauffeur kon een plotseling overstekende voetganger niet meer ontwijken en reed de voetganger aan.
Kort voor het ongeval liep de voetganger op een stukje “niemandsland” met steentjes, gras en mos. Dit stukje niemandsland lag tussen twee rijstroken en de bus-/trambaan in. Vlak voordat de voetganger een verhoogde bus-/tramhalte bereikte rende zij zonder te kijken de bus-/trambaan op naar de bus-tramhalte aan de andere kant van de weg.
De voetganger stelde de buschauffeur aansprakelijk
De buschauffeur beriep zich op overmacht. Dit beroep kan echter alleen slagen als de buschauffeur geen enkel verwijt kan worden gemaakt over zijn rijgedrag. Daarbij wordt verwacht dat de buschauffeur ook rekening houdt met fouten van andere weggebruikers. Alleen met verkeersfouten van anderen die zo onwaarschijnlijk waren hoeft geen rekening te worden gehouden.
Ondanks deze strenge toetsing oordeelt de rechtbank dat sprake is van overmacht
De rechtbank is van oordeel dat de buschauffeur met gepaste snelheid reed. Aangezien de voetganger al een tijdje in een rechte lijn in dezelfde richting van de bus meeliep mocht de buschauffeur verwachten dat de voetganger naar de bus-tramhalte aan die kant van de weg liep. De buschauffeur hoefde daarom niet te verwachten dat de voetganger zonder te kijken plotseling zou oversteken op het moment dat hij ongeveer vijf meter achter haar reed.
Toen de voetganger overstak heeft de buschauffeur er bovendien alles aan gedaan om een aanrijding te voorkomen. Hij week uit zover hij kon en remde hard. De rechtbank ziet niet in wat de buschauffeur anders of meer had moeten doen om het ongeval te voorkomen en acht de buschauffeur derhalve niet aansprakelijk.
Lees hier de volledige uitspraak van de rechtbank.