Situatie van het ongeval
In februari 2015 vond tijdens een introductiefeest voor eerstejaarsstudenten een ongeval plaats. Het ongeval ontstond doordat een student vanaf een verhoging richting een andere student sprong. Hierdoor raakte de springende student de andere student die daardoor uit balans raakte en viel.
Door de val liep de student ernstig letsel aan zijn linker knie op. Na operatie bleek bovendien een zenuw beschadigd.
De student stelde zijn medestudent aansprakelijk. De medestudent stelde echter dat sprake was van een ongelukkige samenloop van omstandigheden.
De getuigenverklaringen
De getuigenverklaringen over hoe het ongeval plaatsvond lopen iets uiteen. Er wordt aangegeven dat de studenten voor het ongeval oogcontact met elkaar hadden. Sommigen verklaren ook dat de student zijn armen gespreid had om de medestudent te ontvangen.
Het oordeel van de rechtbank
De rechtbank oordeelt, dat ook als de student zijn armen omhoog had dit niet betekent dat hij de medestudent toestemming gaf om te springen. Er werd immers gedanst en volgens de rechtbank gaat dat gepaard met armbewegingen. Ook als de studenten kort voor het ongeval oogcontact met elkaar hadden, betekent dat volgens de rechtbank niet dat de student de medestudent toestemming gaf om op hem te springen.
De rechtbank oordeelt daarom dat de student de handelingen van zijn medestudent verkeerd heeft geïnterpreteerd en dat daardoor de sprong voor de student als een verrassing kwam. Volgens de rechtbank hoefde de student er immers niet op bedacht te zijn dat er zomaar iemand op hem sprong.
Het onverwachts op iemand springen acht de rechtbank risicovol gedrag dat tot schade kan leiden. Nu deze schade zich heeft verwezenlijkt, acht de rechtbank daarmee het onrechtmatig handelen van de student bewezen.
Lees hier de volledige uitspraak van de rechtbank.